Vanaf begin maart werk ik elke donderdag als Schoolschrijver op de JP Coenschool in Amsterdam Oost, telkens in de groepen 3 en 4. Verder bezoek ik op deze dag ook eenmalig een van de andere klassen. Het is de bedoeling dat ik bij de hele school een keer binnenkom om te vertellen, met de kinderen (leerkrachten) te praten, een spelquiz over boeken en lezen te spelen met de kinderen van de groepen 7 en 8, en om als er tijd genoeg is, nog een stuk voor te lezen in de groepen 5 en 6.

Voor mensen die meer informatie willen over stichting “De Schoolschrijver”, zie: www.deschoolschrijver.nl waarop ik elke week een blog plaats. Het blog van deze week wil ik ook graag delen met de lezers van mijn eigen blogs.

BLOG SCHOOLSCHRIJVER JP.COENSCHOOL / SELMA NOORT

donderdag 11 april

Vandaag was een prachtige dag waarop heel duidelijk werd hoe mijn eerdere bezoeken echt iets in werking hebben gezet bij de kinderen. Ze zijn allemaal gaan schrijven, ook groep 3. De opdracht was (nav het vervolg-voorleesverhaal): schrijf een briefje naar een kind in je klas. Dat hebben alle kinderen gedaan. En hoe! Er zaten zulke lieve briefjes bij ik er zo nu en dan flink van moest slikken zoals dit briefje van Youssef voor het meisje dat bij hem in het groepje zit: Salma.

IMG_0424

Het was voor het eerst van hun leven dat de kinderen een briefje schreven en door middel van het schrift communiceerden met anderen. Zij en ik hebben hiervan geleerd dat het vaak zo is dat je iets dat je niet gauw zou uitspreken, wel durft te schrijven. Dit is al vaker gebleken. Kinderen die zich weinig uiten in de klas, schreven de mooiste verhalen vaak recht uit het hart en dat vind ik heel ontroerend.

De kinderen kregen de smaak te pakken en schreven op suggestie van de leerkracht, die ook plezier in het schrijven had, vervolgens ook briefjes naar de directeur: meneer Mustafa. Ze mochten hierin schrijven wat ze graag zouden willen van de school. De wensen waren bescheiden… Ze varieerden van de komst van de glazenwasser en het repareren van een computer tot een zwembad op het schoolplein. En een paar kinderen hadden erg zitten ploeteren op de woorden ‘computer’ en ‘directeur’! Meneer Mustafa heeft alle brieven gelezen en/of voorgelezen gekregen. Hij zal zien wat hij kan doen. 🙂

Omdat de briefjes zoveel hebben losgemaakt bij de kinderen is de opdracht voor volgende week: Schrijf een briefje naar mama. Je mag aan haar schrijven wat je wilt. Ik ga deze briefjes bekijken en heel onbescheiden lezen. Maar ze gaan niet in de schoolschrijversmappen. Ze worden opgeplakt op gekleurd karton en versierd, en ze gaan naar degene voor wie ze bestemd zijn, mama, op moederdag. Laat ik nu zo het idee hebben dat deze heel eerlijke, heel prille briefjes heel, héél lang bewaard zullen blijven, bij de babyfoto’s…

Ook een bezoek aan groep 5/6. Wat een leuke klas weer en wat een razend enthousiaste kinderen. Er was tijd om voor te lezen en het boek gaf ik cadeau, zodat de kinderen zelf kunnen lezen hoe het verder gaat. Ik heb een serie boeken waarin een van de thema’s broertjes en zusjes is (mijn eigen kinderen). Deze boeken slaan heel erg aan bij de kinderen, die zichzelf erin herkennen. We hebben ook allerlei vertalingen bekeken. De kinderen vinden het enorm leuk om een van mijn boeken in bv. Arabisch of Turks of Hongaars te zien. Zo komen we ook op hun tweetaligheid. Op de voordelen daarvan en op de moeilijkheden daarvan. Mooie gespreksstof en de kinderen reageren uiterst betrokken.

In de groepen vier begon ik met het geheimzinnig gekafte boek. Het voorleesverhaal begon meteen spannend. De opdracht was: verzin een kaft die bij dit boek zou kunnen horen. Verzin ook een titel en zet die op je kaft. Zet er een auteursnaam bij, een uitgeverij, en eventueel ook de illustrator. Je mag je eigen naam gebruiken als auteur of illustrator. Ik liet, op aanraden van de leerkracht, de kinderen herhalen wat ik had voorgelezen (min of meer natuurlijk) en ook de opdracht. Dat was prettig. Ik merkte dat de kinderen er meer bij betrokken raakten en dat de betekenis van de opdracht nu ook goed tot hen doordrong. De kinderen haalden hun leesboeken uit hun laatjes. We bekeken de verschillen in vormgeving en omslagen en zochten de gemeenschappelijke kenmerken. Zodra mijn uur om was, wilden ze meteen aan de slag, begreep ik van de leerkracht. Goed teken!

“Ik ook! Ik heb ook iets geschreven. Mag ik het ook voorlezen?”

“Ik ook! Ik heb ook iets geschreven. Mag ik het ook voorlezen?”

Sommige kinderen wisten letterlijk wat klasgenootjes hadden geschreven en ‘lazen’ hardop uit hun hoofd mee. Er is dus veel gepraat over het schrijven, en al veel voorgelezen aan elkaar tussen de bedrijven door. Dit kan niet anders betekenen dan dat de kinderen er een intens plezier aan beleven.